Simone Visser is 53 en mantelzorger voor haar vader. In 2015 is haar moeder overleden.
Na de begrafenis waren haar 2 broers degene die vader hielpen met allerlei praktische zaken zoals de administratie en klusjes in huis. Simone deed de was voor haar vader en maakte schoon. Vader ging gebruik maken van een maaltijdservice. Simone ging eens per week bij hem langs en nam dan soms wat eten wat ze over had voor hem mee. Dit alles was goed te combineren met haar eigen leven waarin ze 24 uur per week werkt en een gezin met 3 puberkinderen draaiende houdt. In haar vrije tijd vond ze het heerlijk om te tennissen.
Het beroep wat vader op Simone doet is de laatste jaren toegenomen. Hij moet regelmatig naar het ziekenhuis, slikt inmiddels verschillende soorten medicijnen maar daarin ontbreekt hem het overzicht. Ook belt hij minstens 1 keer per dag en klaagt dan steen & been over van alles en nog wat. Over de maaltijdservice is hij niet tevreden. Hij voelt zich eenzaam maar wijst de suggesties om daar iets aan te gaan veranderen af met een krachtig “ik ga niet tussen die oude mensen zitten”. Simone gaat minstens 4 keer per week bij haar vader langs, ze kookt dan voor hem of neemt eten mee wat ze thuis heeft bereid. Ze voelt zich erg verantwoordelijk voor het welzijn van haar vader en tegelijkertijd ook machteloos. Soms kan ze wel eens jaloers zijn op haar broers die vanuit hun eigen huis bankzaken en de administratie kunnen regelen.
De laatste tijd merkt Simone dat ze erg moe is, snel geïrriteerd en weinig fut heeft om leuke dingen te ondernemen. Tennis heeft ze al verschillende keren afgezegd. Een vriendin wees haar erop dat het geen wonder is dat ze zich zo voelt. De zorg voor haar eigen gezin én de zorg voor haar vader én haar baan. Simone realiseert zich dat haar vriendin gelijk heeft. Maar, wát kan ze doen om de situatie te veranderen? Simone herinnert zich het Ledenmagazine van de Noordhollandse coöperatie waarin aandacht werd besteed aan het Steunpunt voor Leden. Misschien dat zij haar verder kunnen helpen zonder meteen het officiële circuit in te moeten?
Zodoende belt Simone met het Steunpunt. Ik luister naar haar verhaal en geef aan dat ik me kan voorstellen dat ze zich zo moe voelt en tegelijkertijd zo verantwoordelijk voor haar vader. Mantelzorger zijn doe je met liefde maar het is meestal niet iets waar je voor kiest. Het is goed dat ze in dit stadium stappen wil ondernemen om te voorkomen dat ze straks volledig overbelast is geraakt.
Ik vertel Simone dat er allerlei mogelijkheden zijn waarmee zij ontlast kan worden en dat er ook regelingen zijn m.b.t. haar werk. Mij lijkt het zinvol Simone door te verwijzen naar een centrum gespecialiseerd in het ondersteunen van mantelzorgers. Dit lijkt haar een goed idee en met de gegevens die ik haar geef zal ze meteen contact gaan opnemen.
*Gebruikte namen zijn fictief*